Fundamento Funturo

dinsdag 20 september 2011

Onderzoek sloppenwijken - vervolg

Het volgende stukje gaat over Villa El Salvador, een sloppenwijk in Lima, de hoofdstad van Peru.

Villa El Salvador is in 1971 ontstaan toen arme dakloze Peruanen op 20km buiten Lima een stuk land bezetten dat eigenlijk bedoeld was voor de rijke inwoners van Lima. De politie kreeg opdracht om het stuk land te ontruimen en het zou tot bloedvergieten gekomen zijn als de plaatselijke katholieke kerk niet had bemiddeld. Uiteindelijk mochten ze blijven. (we moeten dus ook niet vergeten dat de kerk en religie een groot deel uitmaakt van het leven in deze landen).













Daar beginnen zij met de bouw van hun stad. Van rieten matten bouwt men huisjes in gelijk verdeelde blokken. Zij noemen de nieuwe nederzetting Villa El Salvador, Stad van de Verlosser. Gebouwd dankzij de solidariteit onder de inwoners die allemaal met dezelfde problemen kampen. Na een jaar wonen er al 100.000 mensen. Tegenwoordig is Villa El Salvador een van Lima's grootste sloppenwijken.

De bewoners van Villa El Salvador zijn letterlijk met niets begonnen: een nederzetting zonder elektriciteit en zonder water. De bewoners organiseerden zich in wijkcomités die zich op hun beurt weer verenigden in CUAVES (La Comunidad Urbana Autogestionaria de Villa El Salvador = Stedelijke zelfbesturende gemeenschap van Villa El Salvador). CUAVES krijgt van de regering gedaan dat Villa el Salvador in 1983 erkend wordt als voorstad van Lima en de voorzieningen krijgt waar een stad recht op heeft. Niet alleen krijgt de stad een eigen bestuur en een eigen, gekozen burgemeester, ook krijgen bewoners nu wél toegang tot water en elektriciteit.

Note: in Megacities kon je zien dat ze in Dhaka illigaal electriciteit van het net aftappen.


Ook gaan de bewoners zelf hard aan het werk om van de sloppenwijk een stad te maken waar het prettig wonen is. Al snel na de erkenning van hun stad als gemeente zetten bewoners volkskeukens op waar iedere bewoner maaltijden kan ophalen. Iedere wijk krijgt een eigen school, een eigen medische post en een eigen volkskeuken. Daarnaast komen er talloze gaar- of buurtkeukens. Inmiddels zijn er in totaal meer dan 2.000 keukens waar dagelijks bij elkaar 400.000 personen per dag hun maaltijd komen halen.

Bij dit alles krijgen de bewoners hulp. De Verenigde Staten en de Europese Unie voorzien de volkskeukens van voedsel. In 1984 gaat het hulpbureau Fomento de la Vida (= Voor een beter leven) aan de slag in Villa el Salvador om bewoners aan gezond en betaalbaar voedsel te helpen.

Note: we zouden hier met kennisoverdracht in kunnen springen en urban farming gaan opzetten als onderdeel van scholing.

De organisatie werkt daarbij samen met de organisaties voor volkskeukens, de comités Vaso de Leche (= Glas melk) en met het Nederlandse Oxfam Novib. Tussen 1987 en 1991 helpt Fovida de volkskeukens om hun inkoopprijzen van levensmiddelen te verlagen. Na de eeuwwisseling koopt Fovida voedsel in voor gaarkeukens. Ook koopt Fovida voldoende melk in om meer dan 120.000 kinderen in de stad dagelijks een glas melk te kunnen geven. In 1994 geeft de Stichting Arnhem-Lima geld voor steenkooloventjes die in gaarkeukens gebruikt kunnen worden.

Note: met de juiste hergebruik van metaal, zouden ze die oventjes zelf lokaal kunnen maken.

Het zijn de vrouwen die het voortouw nemen bij alle verbeteringen. María Elena Moyano richt de vrouwenorganisatie (Fepomuves) (Federación Popular de Mujeres de Villa El Salvador - Volksfedereratie van Vrouwen in Villa El Salvador) op die in Villa El Salvador vrouwen in alles steunt, zoals het opzetten van kleine bedrijfjes.

Villa El Salvador krijgt om alles wat het weet te bereiken diverse internationale prijzen en het wordt geroemd door de Verenigde Naties. De VN zien in Villa El Salvador een voorbeeld voor de wereld wat armen kunnen bereiken als ze zich verenigen om hun eigen leefomgeving te ontwikkelen.

Op sommige punten doet Villa El Salvador het beter dan de rest van Peru. In deze voorstad van Lima gaat 98% van alle kinderen naar school (gemiddelde in Peru is 77%). Kindersterfte ligt beneden het gemiddelde van Peru. Er is een vuilnisophaaldienst die drie keer per week afval ophaalt. De stad heeft 500 duizend bomen geplant en heeft een eigen radiostation waar luisteraars kunnen inbellen en dagelijkse problemen kunnen bespreken.


Maar ondanks alle jubelverhalen blijft Villa El Salvador een sloppenwijk met problemen die horen bij een sloppenwijk. Uit een onderzoek in 2004 blijkt dat 48% van de inwoners van Villa El Salvador arm tot zeer arm is. Ze hebben niet voldoende te eten, geen toegang tot gezondheidszorg of ze zijn slecht gehuisvest. Een kwart van de huizen bestaat uit afvalhout, spaanplaten of rietmatten. De watervoorziening is één van de grootste problemen van de wijk. Op de zanderige vlakten en de hoger gelegen heuvels is het nauwelijks mogelijk (en in ieder geval heel duur) om waterleidingen aan te leggen. Ongeveer 30 procent van de bewoners is aangewezen op tankwagens die, tegen betaling, water komen brengen. In de wijken die wel over stromend water beschikken komt maar één dag per week water uit de kraan.

Er is ook ruimtegebrek. Villa El Salvador is zo langzamerhand behoorlijk vol. Aan de randen van de gemeente kwamen er de afgelopen jaren steeds nieuwe hutjes bij en verdere groei is eigenlijk niet meer mogelijk. Voor de jongeren die een eigen gezin willen stichten zijn er geen woningen. Daarom bouwen ze vaak een verdieping bovenop de woning van hun ouders om daar te gaan wonen.
Villa El Salvador heeft diverse kleine bedrijfjes, maar veel inwoners zijn nog steeds werkloos. Er is ook veel geweld in de stad: diverse criminele bendes zijn er actief.

Note: er zou ook een lokale politie moeten zijn. Scholing in die richting zou ook moeten.

Toch is het algehele beeld positief. De bewoners van Villa El Salvador zijn in menig opzicht beter af dan inwoners van andere krottenwijken elders op de wereld. En de nieuwe ambitieuze burgemeester, Jaime Zea, doet er alles aan om zijn stad verder te verbeteren en te ontwikkelen.


Hierna volgt nog een samenvatting van een onderzoek dat Unicef deed in 2000 naar de levenstandaard in Mexico en als laatste werkbare oplossingen voor Mexico slums, uit een onderzoek van het IRC International Water en Sanitation Instutute.  













Geen opmerkingen:

Een reactie posten