Fundamento Funturo

zondag 18 september 2011

schoolprojecten in Nederland

RAREPETTENDAG
Rarepettendag is een feestelijk en vooral grappig project. Het project is uitermate geschikt om één van de laatste weken voor de zomervakantie mee op te luisteren. Maar elke dag van het jaar kan uitgeroepen worden tot Rarepettendag.

Het jaar zit vol ‘bijzondere’ dagen. Gelukkig maar, want ze geven het leven kleur. Tijdens dit project wordt een nieuwe feestdag geïntroduceerd: Rarepettendag. Een dag met veel aandacht voor alles wat we op ons hoofd (kunnen) dragen, niet alleen omdat het bij een bepaalde gelegenheid past of bij een beroep of bij onze cultuur, maar vooral omdat het leuk is!

Kinderen gaan een weeklang aan de slag met vreemde hoedjes, malle petten of andere bijzondere en leuke hoofddeksels. Het project werkt toe naar de viering van Rarepettendag met als hoogtepunt een feestelijke voorstelling.

Basis van het project vormt een door de makers bedacht verhaal over het ontstaan van Rarepettendag in de winkel van hoedenmaker Rayapeti (spreek uit: rajapettie).
Om het u gemakkelijk te maken staat in het project van dag tot dag (5 dagen) precies beschreven wat de kinderen gaan doen.

Globale inhoud project:
Kinderen vanaf 4 jaar ontdekken dat hoofddeksels soms met een bepaald doel worden gedragen. Zo draagt een kok iets anders op zijn hoofd dan een agent.
Vanaf 7 jaar ontdekken kinderen iets over de geschiedenis van hoofddeksels en gaan ze experimenteren met verschillende vormen en materialen. Want, hoe maak je eigenlijk een (malle) hoed of pet?
Vanaf 9 jaar maken kinderen een hoed of pet waarmee ze iets duidelijk willen maken (vergelijkbaar met de hoedjes op Prinsjesdag).

De voorstelling:
Vanaf 4 jaar – Rayapetti (toneel met opzegversjes)
Vanaf 7 jaar – Rarepettendag (toneel, dans en lied)
Vanaf 9 jaar – Rarepettenshow (hoeden- en pettenshow)

INDIANENFEEST
Indianen is een project dat toewerkt naar een groot gezamenlijk zomerfeest dat bij voorkeur buiten plaatsvindt. Als thema is gekozen voor indianen. Indianen spreken tot de verbeelding van bijna alle kinderen en het onderwerp nodigt uit tot allerlei leuke buitenactiviteiten, zoals tenten bouwen om een (al dan niet echt) kampvuur, dansen, zingen, musiceren, speurtochten houden en toneelspelen en natuurlijk: verkleden. Alle ingredienten dus, die garant staan voor een spetterende middag.

Bij indianen denken we al gauw aan de traditionele stereotype indiaan, met veren hoofdtooi, oorlogskleuren op het gezicht geschilderd, bijl in de hand, en hoog te paard. Die indianen, hebben niet bestaan. Ze zijn te vergelijken met het beeld van de stereotype Hollander die op klompen loopt met in de ene hand een bosje tulpen en in de andere hand een stuk kaas.

In de achtergrondinformatie kunt u lezen dat er veel soorten indianen hebben bestaan. De indianenstammen die de Noord-Amerikaanse prairies bevolkten, komen het meest overeen met het beeld dat kinderen van indianen hebben. In het project gaat we uit van deze indianen.

De kleuters gaan zich verkleden en doen allerlei spelletjes en activiteiten die bij hun beeld van indianen passen. Vanaf 7 jaar gaan kinderen kijken hoe indianen in het echt leefden. Op het plein gaan zij tenten bouwen, misschien zelfs vuur maken, ze maken een totempaal, eigen kleren en sieraden, en nog veel meer. Vanaf 9 jaar wordt nog een stapje verder gegaan: indianen horen bij de natuurvolken. Volken dus, die dicht bij de natuur leven, met respect en verwondering voor deze natuur. Kinderen gaan met dit gegeven aan de slag. Ook wordt gekeken naar de cultuur van verschillende indianenvolken.

Aan het eind van de projectperiode wordt een indianen-zomerfeest gehouden. Ook is er zoals altijd een voorstelling (vanaf 4 jaar, vanaf 7 jaar en vanaf 9 jaar). Meestal is de voorstelling bedoeld als afsluiting van het geheel. Bij dit project kunt u het omdraaien: laat de voorstelling nu eens aan het begin van het feest plaatsvinden. De voorstelling is dan de start van een te gek buitenfeest.

BEELDTAAL
Beeldtaal is een ruim begrip. Illustraties horen tot beeldtaal, maar pictogrammen ook. Letters zijn in feite ook kleine ‘beelden’. Ook het verbeelden van verhalen hoort bij het thema, net als fantasie: het vormen van een eigen beeld bij het verhaal dat je aan het lezen bent.

Tijdens de projectperiode ontdekken kinderen de rol van beeldtaal in boeken. Wat voegen beelden toe aan het geschreven woord, en wat komt er allemaal bij kijken vóór de juiste beelden in een boek staan? Kinderen gaan zelf beelden bij verhalen maken.

Voor kinderen vanaf 4 jaar staat het prentenboek centraal. Kinderen vanaf 7 jaar ontdekken het belang van illustraties in een (zelflees)boek. Kinderen vanaf 9 jaar gaan met stripverhalen aan de gang en maken een eigen stripverhaal.

De kinderen beginnen per groep met een ‘leeg boek’ dat aan het eind van de projectperiode gevuld is met hun eigen verhaal. Om het u gemakkelijk te maken, hebben wij van dag tot dag beschreven wat u kunt doen om het boek te vullen (5 dagen). Met alles wat de kinderen gemaakt hebben, kunnen zij bovendien hun eigen Grote Tekententoonstelling inrichten.

De projectperiode wordt afgesloten met een groot boekenfeest, dat bestaat uit de (Grote Teken) tentoonstelling, een voorstelling (beeldtaalspektakel of kijkfeest) en per groep een presentatie van wat de kinderen gemaakt hebben. Zowel de vijf daagse projectperiode als het boekenfeest zijn per leeftijdsgroep voor u uitgewerkt in dit projectboek. Alle extra’s vindt u op de bijgeleverde cd (achterin dit boek). Op de cd staan ook twee bonusliedjes per leeftijdsgroep en voor de kleuters nog twee extra verhaaltjes.

BRON

Geen opmerkingen:

Een reactie posten